Het was mogelijk niet voor iedereen verrassend, maar de huidige voorzitter van de NGF legt, naar eigen zeggen met spijt, vroegtijdig zijn functie neer. Stukje leed, dat kan niet anders. Dat leidt bij mij dan wel tot enige speculatie bij de vraag hoe kon het dat hij destijds is voorgedragen voor benoeming. Want laten we wel wezen, wie ook voorgedragen wordt, de Algemene Vergadering zal altijd die voordracht volgen. Mijn speculatie ga ik niet met u delen.
We moeten immers vooruit kijken en deze mutatie onderstreept dat er beleidswijzigingen bij de NGF aan de orde komen. Uit enige ervaring kan ik zeggen dat er bij de NGF alleen beleid wordt gewijzigd als het niet meer anders kan. Van enig anticiperen, bijvoorbeeld op basis te verwachten ontwikkelingen, is mij tot op heden nimmer iets gebleken. In feite loopt men altijd achter de feiten aan en zoals ik eerder heb gezegd, met de rug naar de toekomst toe.
Dat men vooral de klassieke golfclub en bijbehorende achterban primair blijft stellen, is wel verklaarbaar, maar eigenlijk onbegrijpelijk. Eerdere pogingen om te moderniseren werden in de kiem gesmoord door diezelfde clubs. Zoals eind jaren ’90, toen men door de golfbaanexploitanten gedwongen werd golfers die niet lid van een club wilde worden, toch de mogelijkheid te bieden om bij de NGF een golfhandicap te kunnen registreren. De ALV draaide toen dat idee de nek om. Eerst na de NGF statutenwijziging van november 2000 werd dat mogelijk en kon de Nederlandse Golf Vereniging (later GVN) als eerste baanloze vereniging worden ingeschreven.
Maar ook rond het jaar 2005 werd een poging gedaan om de golfer en niet de club primair te verklaren. Zoals de toenmalige directeur NGF het zei: “het gaat om de golfer en het is niet van belang bij welke club deze lid is”. Die uitspraak heeft de ALV wel bereikt, maar er is niets mee gedaan. Integendeel, kijkend naar de laatste beleidsplannen staat de klassieke golfclub nog steeds centraal. Dat was wellicht ook de verdienste van de aftredende voorzitter. Immers die vertegenwoordigde juist dat klassieke. Jammer alleen dat de golfsport en ook in economische zin golf daar weinig mee is geholpen geweest. Nog vervelender is dat het imago van golf in Nederland mede door het beleid in de afgelopen jaren behoorlijk is gedeukt.
Het is en blijft zo, dat er zoals wij bij Golflink zeggen, maar twee zaken relevant zijn en dat zijn de golfer en de golfbaan. Alles daartussen is “vloeibaar”. Juist ook de verschillende wijzen waarop golfers elkaar ontmoeten, al of niet in enig clubverband. Dus ook de aard en vorm van de club is verschillend. Van kleine informele golfvriendenclubjes, tot formele clubs waarvan de leden eigenaar zijn van een golfbaan. Als we uiteindelijk meemaken dat er 1000 golfclubs in Nederland zijn, moet niemand daar van opkijken.
Vraag is dan voor de NGF wat is haar rol nog, zeker daar golf in Nederland meer een onderdeel is van de vermaak- en vrije tijdsindustrie en wat minder sport. Met alleen maar een rol bij het toepassen van een golfhandicapsysteem kom je er mogelijk niet. Vraag in het verlengde is dan zeker ook wat is de rol van de Golfbaanexploitanten. Die zijn deels ondergebracht in de NVG. Maar ook daar speelt de vraag wat is de toegevoegde waarde. Rollen voor de golfers- en golfbaanorganisaties zijn er zeker. Er is wellicht zelfs ruimte voor een golfbrancheorganisatie, met een afdeling golfsport.
Of we meer modernere benadering van golfers en golfbanen binnenkort gaan meemaken, laat zich nog wat raden. Meestal zijn er een paar stappen meer nodig om iets tot stand te brengen. Zeker binnen de ietwat conservatieve constellatie van de NGF. Maar als het zo wordt dat 20 jaar na datum we weer nieuwe stappen weten te zetten om golf beter op de vrijetijds kaart te krijgen, dan doen wij graag aan die discussie mee.
Keep swinging
Wim Rijkaart van Cappellen